Spraakklankstoornissen

Heb je moeite om je kind goed te begrijpen? Vind je kind het lastig om bepaalde klanken of lettercombinaties correct uit te spreken? Merk je dat de manier van praten anders is dan die van leeftijdsgenoten? Heb je al veel geprobeerd om zelf de juiste klank of uitspraak te oefenen, maar lukt het nog steeds niet? 
In dat geval zou er mogelijk sprake kunnen zijn van een spraakklankstoornis.


Bij spraakklankstoornissen onderscheiden we twee soorten: fonetische en fonologische. Bij een fonetisch spraakprobleem merken we dat bepaalde spraakklanken nog niet juist worden uitgesproken. Dit betreft vaak klanken zoals [s], [l], [r] en [sch]. Dit kan komen door moeilijkheden met de klanken zelf of een bijzondere spanning in de spieren van je gezicht. Bij fonologische spraakproblemen kunnen kinderen doorgaans de spraakklanken correct uiten, maar hebben ze moeite met het toepassen van fonologische regels. Ze gebruiken vereenvoudigingsprocessen die niet leeftijdsadequaat zijn of eerder atypisch. Hierdoor kan de omgeving het kind soms lastig begrijpen. Je kind spreekt bijvoorbeeld “koek” uit als “toek” en “kat” uit als “tat”. Als je vraagt om de /k/ uit te spreken lukt het wel, maar in woorden lukt het niet. Dit soort uitspraakproblemen hangt sterk af van de leeftijd en het ontwikkelingsstadium van het kind. Een nauwkeurig onderzoek is in deze gevallen aanbevolen.
In spraakklankstoornissen zijn er veel gradaties, gaande van zeer licht (bijvoorbeeld het tussentands produceren van de /s/ tot ernstig (bijvoorbeeld klinkerspraak, waarbij zowat alle consonanten worden weggelaten. Lichte stoornissen zullen de verstaanbaarheid amper verstoren, terwijl ernstige stoornissen aanleiding zullen geven tot een grote mate van onverstaanbaarheid.

Daarnaast is het ook mogelijk dat bij kinderen de ontwikkeling van de spraakmotoriek nog niet volledig is afgerond, wat kan resulteren in een gebrekkige coördinatie van bewegingen tussen de articulatoren (kaak, lippen en tong). Deze ongecoördineerde bewegingen kunnen de opeenvolgende spraakklanken beïnvloeden en zo het spraakverstaan in de weg staan. In sommige gevallen kan dit duiden op een vertraagde ontwikkeling van de spraakmotoriek, terwijl in andere situaties sprake kan zijn van spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD), waarbij het vermogen om spraakbewegingen te plannen en te programmeren verstoord is.

Maak een afspraak