Taalstoornissen

Bij taalproblemen kunnen kinderen soms moeite hebben om ouders of leraren te begrijpen. Het is vaak lastig voor hen om simpele opdrachten te begrijpen of er gepast op te reageren. Gewoonlijk gaan begripsproblemen hand in hand met een beperkte woordenschat, minder goede zinsstructuur, foutief gebruik of het ontbreken van meervouden/verkleinwoorden/... . In veel gevallen ervaren deze kinderen in de derde kleuterklas moeilijkheden met basisvaardigheden zoals rijmen, klanken verdelen en samenvoegen, begin- en eindklanken identificeren, enzovoort.

Algemeen wordt aangenomen dat 5 à 10% van de schoolgaande kinderen een taalontwikkelingsstoornis TOS) heeft (Zink & Breuls, 2012).
Ongeveer de helft van de kinderen met TOS ervaart tijdelijke taalproblemen, wat resulteert in een vertraagde taalontwikkeling (VTO) (Zink & Breuls, 2012). In dit geval heeft het kind een achterstand in taalontwikkeling die vergelijkbaar is met die van een jonger kind. Dit type achterstand komt meestal evenwichtig voor, waarbij alle taalgebieden gelijkelijk worden beïnvloed. Zo zal bijvoorbeeld een vierjarig kind taalkenmerken vertonen die overeenkomen met die van een twee- of driejarig kind. Kinderen met een vertraagde taalontwikkeling hebben meer tijd nodig dan leeftijdsgenoten om hetzelfde taalniveau te bereiken. Hun taalontwikkeling begint later en verloopt trager.
Kinderen met een vertraagde taalontwikkeling hebben baat bij logopedische therapie. Met de juiste begeleiding kunnen ze de opgelopen achterstand inhalen. 
Aan de andere kant van het spectrum, bij de overige helft van kinderen met TOS, zijn de taalproblemen van langdurige aard en vertonen ze een grotere hardnekkigheid (Zink & Breuls, 2012). Hun taalgebruik toont eigenschappen die niet passen bij een bepaalde fase van taalverwerving. Deze gestoorde taalontwikkeling heeft een onregelmatig of disharmonisch profiel. Hier spreken we dan van ontwikkelingsdysfasie.

Maak een afspraak